'de Franse Verleiding' |
Nederlanders op reis naar het zuiden |
Oude reisgidsen en oude wegenkaarten getuigen van fascinerende ontwikkelingen.
Al heel snel veralgemeniseerde tal van voorzieningen. Ze werden zo vanzelfsprekend dat ze uit de rode Michelin-gids verdwenen. De symbooltjes werden voortaan voornamelijk gebrukt om het niveau van hotels en restaurants aan te duiden.
De Michelingids uit 2004 laat ook met de gebruikte symbooltjes zien hoezeer tijden veranderen. Telefoon en televisie op kamer zijn zo vanzelfsprekend geworden en figureren niet meer op het lijstje. In de plaats daarvan zijn er symbooltjes gekomen voor een fitness-ruimte, een (op z'n goed Frans) 'wellness centre' (!), voor non-fumeurs kamers en een modem-aansluiting.
Hieronder een Cagnes-fragment uit de groene Michelin-gids van 1957. Daaronder een deel van de Cagnes-beschrijving in de nieuwe versie uit 2002. Cagnes is niet meer dat landelijke dorpje op een heuvel, maar geheel ingesloten door nieuwbouw en onderdeel van de agglomeratie van Nice.
Lees meer over Cagnes:
"De mimosa bloeit"
|
Op reis met Michelin
Wie Michelin zegt, zegt Frankrijk: kaarten van Frankrijk, 'les cartes Michelin', gidsen van Frankrijk, 'les guides Michelin' en ook Franse banden natuurlijk, want daar rolt alles op. En daar begon het ook mee aan het einde van de negentiende eeuw, een eeuw van revolutionaire veranderingen en van nieuwe technologie. Stoom en trein hadden hun opmars al gewonnen toen fotografie, electriciteit, film, radio, telefoon, fiets, auto en banden natuurlijk nog 'de markt' moesten gaan veroveren. Wat toen revolutionair nieuw was, demonteerbare banden, is nu een vanzelfsprekendheid ....
Een korte geschiedenis.
In 1886 riep een noodlijdend familiebedrijf, een rubberfabriek in Clermont-Ferrand, de hulp in van André Michelin. Het verhaal gaat dat in 1889 een fietser met een kapotte band voor hulp aanklopte. De band was niet massief, maar gevuld met lucht. Voor Michelin was het iets nieuws: de luchtband, uitgevonden door de Schot John Dunlop. Maar verwisselbaar was de band niet: hij zat stevig vastgeplakt aan het wiel.
Michelin voelde de toekomstige ontwikkelingen haarscherp aan: wat rolt, rolt inderdaad het best op lucht, lucht verpakt in rubber. En alles wees er op dat er steeds meer zou gaan rollen. André's broer, Edouard, vond de verwisselbare band uit en een bandenfabriek was geboren. In 1891 reden de eerste fietsen op demonteerbare luchtbanden en in 1894 de 'fiacres', de taxi-koetsjes in Parijs. In 1895 snelden de gebroeders Michelin de race Paris-Bordeaux-Paris heen-en-weer, in een van de eerste auto's ooit en, natuurlijk, op hun revolutionaire luchtbanden. Want de automobilist moest er ook aan gaan geloven.
En in 1898 al werd het Michelin-mannetje, Bibendum, verzonnen: op een tentoonstelling in Lyon stonden bij een stand van Michelin twee stapels banden en Edouard zag dat zo'n stapel voorzien van armpjes en hoofd een aardig mannetje zou voorstellen. De ontwerper O'Galop, een toepasselijker naam is nauwelijks denkbaar, werd gecontracteerd en in 1898 verschenen de eerste affiches met Bibendum, dat het bekendste logo van de twintigste eeuw zou worden.
Maar wie 'reed' er toen over die nog niet geasfalteerde wegen? Die eerste automobilsten met hun vaak aan pech onderhevige wagens waren nog avonturiers. In 1900 telde Frankrijk nauwelijks 3000 auto's. Toch hadden de Gebroeders Michelin kennelijk inmiddels een ruime winstmarge, een uitstekende boekhouding en een toekomstvisie. Banden moeten rollen, steeds meer banden, en dat rollen moest gemakkelijk worden gemaakt. En daar kwam nog iets bij: voor een simpele verplaatsing van A naar B, van Parijs naar Marseille bijvoorbeeld, bleef de trein vooralsnog onovertroffen, zo goed als honderd jaar later op het traject Amsterdam - Lyon bijvoorbeeld de auto het aflegt tegenover de TGV. Toch zagen de Michelins dat de auto, zeker op de kortere afstanden het meer en meer zou winnen van de trein. Voor wie het zich tenminste kon veroorloven. Maar Frankrijk was nog niet,zoals nu, bezaaid met garages, benzinepompen en hotelketens: waar kon die avontuurlijke automobilist een band laten verwisselen, benzine tanken, eten en overnachten? En zo lieten ze een gidsje maken dat voor het eerst in 1900 verscheen, het werd in augustus op de Parijse Wereldtentoonstelling geintroduceerd en was revolutionair in haar soort.
't Liet de traditionele historische beschrijvingen van steden en landschappen achterwege en beperkte zich tot plaatselijke opsommingen van het hoogst noodzakelijke, zoals de aanwezigheid van garages, benzinedepots, telegraaf, postkantoor en hotels. Daartoe werd, om woorden te vervangen, een uitgekiend geheel van symbooltjes geintroduceerd, inclusief de sterretjes waar de Michelin-gids later zo bekend, gevreesd en berucht om zou worden. In de eerste gidsjes werden die sterren vooralsnog alleen gebrukt om het prijsniveau van hotels aan te geven. Pas later zouden ook restaurants in de gids worden opgenomen. Het rode gidsje zou tot 1920 gratis worden verspreid. Toen ook verdwenen de advertenties uit de gids om de onafhankelijkheid te garanderen. In 1923 worden voor het eerst ook restaurants opgenomen, maar de sterretjes verwezen vooralsnog alleen naar het comfort en de prijs. Het eerste sterretje dat duidde op de kwaliteit van de keuken verscheen in 1926. Begin dertiger jaren ging de Guide Michelin definitief op de gastronomische toer: een restaurant met drie sterren was een reis waard, twee sterren rechtvaardigde een omweg en één stond voor een uitstekende keuken.
Het aantal auto's in Frankrijk nam explosief toe: van 3000 in 1900, tot 53.000 in 1910 en 107.000 in 1914. De Michelins deden heel goede zaken. Vanaf 1902 werd een klein kaartje aan de rode Michelin-gids toegevoegd. In 1905 werd waarschijnlijk de eerste aparte kaart voor de omgeving van Clermont-Ferrand, de vestigingsplaats van Michelin, uitgegeven. In 1908 konden vier gekleurde kaarten die samen heel Frankrijk dekten worden gekocht. En tussen 1910 en 1913 introduceerde Michelin z'n eerste gedetailleerde wegenkaarten, 47 in totaal voor heel Frankrijk, op een schaal van 1 0p 200.000, een halve centimeter voor 1 kilometer. De preciesheid was onovertroffen en wederom aangevuld met tal van symbolen. Na de Eerste Wereldoorlog zou een 48-ste kaart worden toegevoegd voor het sindsdien weer aan Frankrijk toebehorende Elzaz-Lotharingen. Dan ook verschijnt voor het eerst Bibendum, het bandenmannetje, op de Michelin-kaarten en verdwijnen de reclames voor de vele automerken. Tal van andere kaartenuitgaven zouden volgen, ook voor het Franse buitenland.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het in 1908 door Michelin opgerichte Bureau voor Reisroutes meer en meer geraadpleegd. Michelin realiseerde zich dat de automobiel 'vrijheid' betekende in een tijd van opkomend individualisme. En dat men meer en meer oog kreeg voor het pittoreske buiten de steden. In 1925 werden meer dan 150.000 aanvragen beantwoord. Andre Michelin zag de potentie van de markt en kreeg het idee om de verzamelde gegevens te gaan gebruiken voor regionale gidsen. Maar hij moest opboksen tegen o.a. de 'Guides Bleus van Hachette. Die blauwe gidsen waren nogal erudiet, wijdlopig en golden als dichtbedrukte reisbijbeltjes van soms wel meer dan 600 pagina's.
Andre Michelin realiseerde zich dat met 'de democratizeering der samenleving' niet meer alleen de hoogopgeleide bourgeois er op uit trok, maar ook mensen die lager op de maatschappelijke ladder stonden.
En hij liet het anders aanpakken: speciaal samengesteld voor de automobilist (met of zonder chauffeur!) kreeg het een groter formaat, niet veel meer dan 200 pagina's, de historische gegevens werden tot een toelichtende essentie teruggebracht (van 'Histoire' tot 'Un peu d'histoire'), een luchtige opmaak met getekende illustraties, later zelfs foto's en veel aandacht voor regionale reisroutes en tochten die schematisch en overzichtelijk werden weergegeven. Ook werden hotels in de regionale gidsen opgenomen. Die eerste gebonden gidsen verschenen in een rood stoffen kaft met een geel papieren omslag.
Onderwijl voltrok zich de digitale revolutie en Frankrijk werd in zekere zin voorloper. In 1982 introduceerde het Franse staatsbedrijf France Telecom het minitel-systeem. Met als hoofddoel de dure telefoonboeken te vervangen werd aan alle telefoonbezitters een aanvankelijk gratis compact televisieapparaatje met een vast toetsenbord aangeboden. Daarmee kwamen alle telefoonnummers door heel Frankrijk onder handbereik. En al snel ontwikkelde zich tal van betaalde diensten. Nederlandse toeristen zagen plots in het Franse landschap enorme billboards verschijnen met wulpse dames en een belcode, bij voorbeeld 3615 Sylvie; de relatie- en sexlijnen werden de meest populaire diensten.
In 1989 introduceert Michelin haar eerste minitel-site: 3615 Michelin. Afstanden en adressen waren tegen betaling via telefoontikken eenvoudig op te roepen. Het sloeg aan en in 1994 telde Michelin 6 miljoen minitel-bezoekers.
Het enige andere wat je nog moet doen is je verplaatsen, op banden ..... .
© Ger Verhoeve, juli 2006. Voor reacties,
bijdragen en informatie: |