'de Franse Verleiding'
Het verhaal van een ontdekking.

la séduction française
0
Een klein museum, gewijd aan de geschiedenis van het reizen en het toerisme in Frankrijk,
en het eerste jaar met een 'Hollandsche ' knipoog, wil verder vooruit kijken.
0

0 0

Kijk, tot zover ben ik gekomen met virtueel uitpakken, toen was 't inpakken geblazen, ik ging naar Parijs!

Sterker: nu zijn er vrijwilligers nodig die me met de website helpen om documenten uit het 'in dépôt' te scannen en hier te plaatsen.

Au boullot et à plus!

THE FRENCH SEDUCTION
SMALL MUSEUM OF THE HISTORY OF TRAVEL AND TOURISM IN FRANCE

LA SÉDUCTION FRANÇAISE
MUSÉE 'CONDENSÉ' DE L’HISTOIRE DU VOYAGE ET DU TOURISME EN FRANCE

DIE VERFÜHRUNG FRANKREICHS
KLEINES MUSEUM DER GESCHICHTE REISENS UND TOURISMUS IM FRANKREICH

DE FRANSE VERLEIDING
KLEIN MUSEUM OVER DE GESCHIEDENIS VAN HET REIZEN EN HET TOERISME IN FRANKRIJK

o

o 'Bovenop' 't begin van 'de Gouden Jaren', 'les Trentes Glorieuses' dus, nu - als beeld - één van de talloze nostalgisch ingrediënten van 'de Franse verleiding' in 't echt. Dan het op gang komen van steeds gedétailleerder Frans cijferwerk aangaande inkomende toerisme en daaronder een, door haar 'bombast', onthullende grafiek van waar we midden in zitten: de explosieve ontwikkeling van het toerisme wereldwijd.

Wegdromen doet u maar verder links èn tijdens de eerste 45 minuten 'visite guidée' van 'de Franse verleiding', un musée 'condensé'.

o

Dat museumpje heeft tijd nodig om zich 'in de markt te zetten' om vervolgens van 'musée condensé'uit te groeien tot musée 'sublimé', nog subliemer dus. Een nòg pakkender ervaring ligt in 't verschiet, terwijl 't een oorspronkelijke en roerende ervaring, een authentieke belevenis blijft, een nog nergens getoond en verteld verhaal. Overleven dus en uitbreiden, want de geschiedenis van het reizen en het toerisme (in Frankrijk in dit geval kent zo veel facetten, dat de voortdurend evoluerende vaste opstelling aangevuld kan worden met jaarlijkse of zelfs halfjaarlijkse 'evenementiële exposities'. 'Fidélisation' heet dat zo mooi in het Frans; 'klantenbinding' staat zo lullig in museumverband. Bij dit avontuur heeft een politiek wetenschapper, met 'internationale betrekkingen', als bagage die verzamelaar is geworden en ten lange leste 'conservator' is geworden nu hulp nodig van een cultureel ondernemer om 'de Franse verleiding' op de kaart te zetten en haar potentieel te realsieren. Da's de crux van onderstaand verhaal.

o

Chez Gerrit Verhoeve, conservateur,
2, Place de la Révolution
11700 Fontcouverte

04.68436016 / 06.49936049

gerrit.verhoeve@gmail.com

o

Le 'PPDA néerlandais', Mr. Philip Freriks, inaugure 'la séduction française'
(18 septembre, 2016).

o

Een culturele onderneming 'en route' .... .

0

Zoals op de 'omslag' van deze site verhaald wordt, over de reizigers ten tijde van de Renaissance en de Verlichting, en dan telden we in honderden, wellicht in enkele duizenden: wat een intense uitwisselingen vonden er toen plaats en met wat voor ingrijpende gevolgen. Maar, de reiziger werd meer en meer 'toerist zonder opdracht', behalve die van ontspannen en genieten. Reizen werd zelfs een toeristische 'industrie' een jaarlijks brengen zo'n 84,5 miljoen toeristen een deel van hun vrije tijd in Frankrijk door. Enige jaren geleden verscheen een tijdschrift met op de omslag zelfs in 't groot 'l'Horreur touristique', 'De toeristische verschrikking' .... Venetie, Barcelona, de Aya Sofia, Amsterdam, het Colosseum, het Louvre ... .

En toch, en toch, de meeste toeristen genieten of willen denken dat ze genieten. De geest van de toerist - wat hij zich voorstelt, de Fransen noemen dat zo mooi 'l'imaginaire du tourist' -, er wordt konstant onderzoek naar gedaan om 'vraag en aanbod' naadloos op elkaar te doen aansluiten. Sociologen, cultureel antropologen, marketeers, er bestaat een 'macht' aan opvattingen en inschattingen. Een poosje golden de drie essen als dè wijsheid: 'Sea, sun end Sex', in willekeurige volgorde. Maar dat was natuurlijk maar een héél betrekkelijke wijsheid: iemand uit Florida, California of Texas had Frankrijk niet nodig om wat betreft de drie essen aan zijn gerief te komen. Ooit kenden we het 'Bildungs'-reizen, toen kwam het gezondheids- en overwinteringstoerisme, 'le voyage pittoresque' kwam opzetten, 't rampentoerisme is er ook nog steeds en 't 'bevrijdingsreizen' is van alle tijden gebleven. Met haar 'Wie kent mijn gat in een andere stad' was mijn moeder cultureel antropologe avant la lettre.

't Reizen en 't toerisme, de ontwikkelingen op dat terrein zijn fascinerend en veelzijdig en kennen een eeuwenlange aanloop. Feit is dat een jonge toeriste, 30 jaar oud, in 1986, haar vakantie heel anders voorbereidde, heel anders 'uitvoerde', andere verwachtingen en eisen ook had, dan een dertigjarige toeriste nu, in 2016. Dertig jaar en de verschillen zijn hemelsbreed. Hoe anders was dat in vroeger eeuwen, toen de ontwikkelingen - althans in onze ogen van nu - veel langzamer gingen. En toch zijn er konstanten in dat 'toerist' zijn.

'Het Franse' aangaande, en daarmee als vanzelfsprekend voor tal van nationaliteiten, ontvouwt een klein museum dat rijke verhaal, door de eeuwen heen tot nu en tot in de nabije toekomst. Want onze moderniteit knaagt aan de mogelijkheden om te reizen, het onverwachte te beleven, het onbekende te ontdekken en niet in een déjà vu te belanden. Want dat schijnt nu weer de trend te zijn, althans onder de vooroplopende smaakmakers in 't toeristische: 'men' schijnt steeds meer uit te zijn op het authentieke en het unieke. En dàt, dat wordt steeds moeilielijker, met als resultaat dat het 'authetieke' gewoon 'gemaakt' wordt. Sommige sociologen en antropologen stellen zelfs dat we een 'einde van het reizen' meemaken ... , want niet meer de kans krijgend te wortelen in een andere werkelijkheid.

't Komt me voor als een 'neergangsfilosofie' die de werkelijkheid geen recht doet. Al in een kleine straal van vijftig kilometer rond mijn dorpje Fontcouverte heb ik nog lang niet alles gezien en liggen, hangen, staan en zitten ontdekkingen - voor al mijn zintuigen - nog in het verschiet. Maar je moet er wel met een open geest op uit trekken, net zo als die reizigers uit de tijd van 'de Verlichting'. Je kunt het op eigen kracht en impuls doen en je kan er reisgidsen voor gebruiken. Dàt verhaal, dat toont en daarvan verhaalt 'de Franse verleiding': een ontdekkingstocht door de Franse geschiedenis en de Franse ruimte.
Voor hier in de Aude kan ik de gids van Gallimard aanraden; 't Is zo uitnodigend dat u de moeite zult nemen er het woordenboek bij te pakken. En als 't ooit komt tot een 'Prix de la séduction française', dan krijgt Gallimard die als eerste.

Frankrijk trekt nu jaarlijks zo'n 85 miljoen buitenlandse toeristen, zakenlieden en anderssoortige reizigers. Dat wil 'het cijfer' ons doen geloven. Maar er wordt, met uiteenlopende oogmerken, van alles gemeten in een wanhopige poging gripte krijgen op een werkelijkheid en die te sturen. Voor de pecunia vooral. Zo kwam ik onlangs weer dat veelzeggende lijstje tegen van 'bestedingen' door buitenlandse toeristen in Frankrijk: 'les flux financiers et les recettes' - 'le rayonnement' gemakshalve maar op de koop toenemend; Ik teken hierbij aan dat je van toeristische statistieken gek kunt worden. 't Doet er toe wie er telt, wat er geteld wordt, met welk doel, wannneer, in welke eenheden en met welke correcties en weegfactoren. Hou u vast, 'les recettes françaises':

1950 2,1 miljard
1960 6,8 miljard
1965 11,6 miljard
1970 17,9 miljard
1975 als 'onbegrijpelijk' niet genoteerd
1980 idem
1985 idem
1990 23,0 miljard en hiermee lijken we toch weer beet te hebben
2000 35,7 miljard
2014 43,2 miljard, zoveel is 'zeker'.

Wat gaat daar allemaal achter schuil? Wie met welke verwachtingen?Ooit, eens, nu en voor volgende keer. Met welke ervaringen? Sterker: 'quelle histoire se construit'? Mooi hè?

Aangaande Nederlanders zijn er 'harde' cijfers in bosjes. Het aantal Nederlandse Frankrijk-gangers jaarlijks? Twee miljoen, drie? Is dat het aantal 'grens-passeerders' en zitten daar dubbele, driedubbele tussen? 't Aantal tweede huizen in Nederlandse handen? 50.000, 100.000? Natte vingerwerk. 't Aantal Nederlanders dat legaal of 'illegaal' in Frankrijk woont? Giswerk. 't Enige wat we bij benadering weten is dat voor Nederlanders Frankrijk de meest gewilde buitenlandse vakantiebestemming is. Maar toen dook er onlangs toch weer dat cijfer op dat Duitsland het meest bezocht werd ... . Maar uit een andere koker kwam weer een ander verhaal.

Hoe dan ook,Frankrijk behoudt nog steeds haar eerste plaats als mondiale reisbestemming. Het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken waaronder, niet onlogisch, het inkomende toerisme valt streeft er naar, alsof zulks 'maakbaar', is op 100 miljoen reizigers in het jaar 2020!

De bijdrage van het toerisme aan de Franse 'rayonnement', haar uitstraling in de wereld en vooral ook aan de nationale rijkdom van Frankrijk, uitgedrukt dan in geld, wordt door de Fransen danig onderschat, ook door haar economische en bestuurlijke eliten. Een detail: het toerisme brengt meer pecunia in het Franse laadje dan haar agrarische sector in haar geheel, van kippen, spruiten, varkens, graan tot likeuren en wijnen aan toe!

Al die 'inkomende' buitenlanders hebben zo hun beelden, ideeën, gevoelens en verwachtingen in hun hoofd. 't Vormt resultaten van via de media opgepikte indrukken, van literatuur en van eerdere ervaringen. Er bestaat zoiets als - zoals de Fransen dat zelf zo mooi uutdrukken - l'imaginaire du touriste', die al eeuwenlang pruttelende brei wat inmiddels 'une marque', 'een merk' is gaan heten. Qua bestemming vertegenwoordigt Frankrijk misschien wel het meest rijke 'merk' ter wereld, pour l'instant, voor het moment... .

En daar springt de toeristenindustrie in, ook al zo'n historisch fenomeen. Voor Frankrijk, en ook voor Engeland,ligt de oorsprong daarvan zo rond 1840, 1850. 'Ze gaan er op', zoals Nederlanders vermogen te zeggen: alles wordt uit de kast gehaald om deze 'flux touristiques', de toeristenstromen, niet alleen aan te jagen, maar ook te beïnvloeden, te sturen zelfs, net zo als in EuroDisney de massa's middels mini-events verlokt worden links- of rechtom te slaan. Dat moge dan rdelijk lukken in EuroDisney of zand-en strand bestemming Dubaï, in Frankrijk in haar gegografische geheel, l'hèxagone, ligt dat toch echt nog net iets even anders. Natuurlijk, er zijn voor de nieuwkomers immer de onvermijdelijke 'must see's', de talloze variatie op het thema Louvre-Mona Lisa, maar dan, dan kan het de reiziger lukken te onsnappen aan de ijzeren greep van'les prestataires touristiques'. Voor Nederlanders is Frankrijk een groot, afwisselend en zelfs weids land, voor Amerikanen juist klein, edoch dichtbezaaid door een veelheid van historische, maar ook modernistische bijzonderheden.
En er komt bij dat, in weerwil van hun zorgelijke gesomber, telkens nieuwe facetten aan 'la marque France' worden geslepen. Frankrijk kent een complexe mengeling van, vaak storend, conservatisme èn, veelal charmant, conservationisme, soms zelfs anarchisch, vaak spontaan en dat ontsnapt aan het mercantilisme van de georganiseerde toerstenindustrie.

In dat grote land of, het ligt er maar aan waar je wortels liggen, in dat 'dichte' land, 'ce pays dense', ontspruiten voortdurend nieuw en soms onvermeod aanbod, zoals 'la séduction française', 'de Franse verleiding', un musée 'condensé' ... .

Hoezo praten over 'le rayonnement de la France', de Frane uitstraling in de wereld zonder rekening te houden met al die buitenlandse toeristen!

Voilà één van de zingevingen, betekenissen - ze kent er vele - van dit kleine museum in Fontcouverte, tussen de Corbières en de Minervois, twee 'terroirs', in de Aude, een departement van de nieuwe 'region' Midi-Pyrenées/Languedoc-Roussillon, welk nu tot Occitanie is omgedoopt. Van mij had het bij het bekende 'merk' Languedoc mogen blijven, tout court. Maar ach, weten ze hier veel, ze denken bij de tijd te zijn, maar lopen hopeloos achter de feiten aan zonder te beseffen dat ze hopeloos zijn. 'La séduction française'™ ? Kunnen ze met hun pet niet bij.

Voilà, toch een tweede zingeving van 'le musée condensé, want van de bijna 75% van de Fransen die er voor vakantie op uit trekken, blijft 89% lekker in eigen land. 't Is grappig te bedenken dat op bepaalde momenten de Fransen als toerist in hun eigen land in de minderheid zijn. Maar ook zij hervinden in 'de Franse verleiding' hun sentimenten, hun geschiedenis en hun heden, een heden van hun 'la Belle', 'la Douce' in al haar schakeringen èn ook een beetje toekomst, want in die toekomst tracht 'de Franse verleiding' uit te draaien op ... .

'de Franse verleiding' Het is deze nationale en internationale geschiedenis, een heden en een (zorgelijke) nabije toekomst dat 'la séduction française'™ neer heeft gezet en wil vertellen, soms anekdotisch en zelfs onthullend. Dat alles ge(re)construeerd aan de hand van talloze 'items' uit een bijzondere verzameling en onderbouwd door relevante kennis qua verleden en heden.

Honderden authentieke en getuigende documenten en objecten vanaf het begin van de tweede helft van de 17e eeuw tot aan 't meest recente zijn in het aandoenlijk museumpje te aanschouwen, maar duizenden andere 's snakken naar het UVA-gefilterde licht teneinde de geschiedenis meer kracht bij te zetten:

van de eerste Romeinse wegen en bruggen

van latere reizigers als voorlopers': krijgers, bedevaartgangers, handelaren, studenren en wetenschappers

de eerste kaarten en resgidsen

‘de Groote Tour', Frankrijk èn Italië, en de 'Kleene Tour’, alleen Frankrijk

van looppaden en karresporen tot de eerste wegen, van nieuwe verharde wegen tot de postkoetsen

de in Frankrijk weer opgepikte praktijk van baden en kuren

van de eerste Engelse 'milords' en Amerikaanse 'yankees' en
de eerste Nederlanders, 'les Bataves' en 'les Frisii' in Parijs

het aan het eind van de achttiende eeuw opkomende overwinteringstoerisme aan een kuststrook die nog geen naam had ....

de groeiende zucht naar het pittoreske in de eerste helft van de 19-de eeuw

Paris, hoofdstad, het 'Babylon' van de wereld

l’essor du train et les liaisons longues distances

het oprukken van de trein en de eerste 'moderne' reisgids

de 'ontdekking' van de stranden en het onstaan van badplaatsen

de ruimere ontdekking van, eenmaal, de Côte d’Azur en de luxueuse hôtels

de Wereldtentoonstellingen te Parijs

het feestende Parijs, 'le gai Paris' en 'le Paris gay'

de ontdekking van de bergen en het beginnende alpinisme

het ontstaan van 'vrije tijd'

de eerste fietsers, de eerste automobielen en ... de eerste vliegtuigjes

de ontdekking en exploratie van het Franse platteland en la découverte des régions et terroirs de 'la France profonde', la France rurale

de omslag van overwinteringstoerisme naar zomertoerisme, vooral eerst aan de Côte d'Azur, en de plotselinge aanbidding van de zon en het zonnebaden

de eerste 'doorbetaalde' vakantie, de jeugdherbergen en de kampeerplaatsen

het typische Parijs van de jaren '50 in talloze tinten tussen wit via grijs tot zwart

het begin van het massatoerisme, de bungalowtent, Campinggaz en de caravan

de 'routes nationales', het liften en de druivenpluk in het najaar

tot en meet de autoroutes en péages, de talloze hotelketen, het 'verwijnen / 'opheffen' van de grenze, althans de grenscontrôles, de hogesnelheidslijen, in Frankrijk dan, de TGV, de creditcards, de euro, het mobieltje, de GPS, de reis-app's, van 'un tourisme déconnecté' naar 'un tourisme connecté', 'en continue et presque partout'en toeristische explosie van de laatste tien, vijftien jaar;

Explosie? Toerisme? Toeristificatie?

Tussen 2000 en 2014 heeft het 'mondiale' toerisme zich verdubbeld! In iets meer dan tien jaar!

Laten we voor het gemak Amsterdam en de aangroeinde rij van het Anne Frank-huis even vergeten en naar Paraijs kijken. "Het aantal bezoekers van Parijse culturele trekpleisters is tussen 1984 en 2014 met 117,% toegenomen ... ." En: "In 1989 ontworpen om 3 tot 5 miljoen bezoekers te ontvangenConçus en 1989 pour accueillir 3 à 5 millions de visiteur", nu heeft de centrale entrée van het Louvre-museum 9 miljoen bezoekers te verwerken, waarvan 70% buitenlands." (Le Monde, Culture & Idées, 5 mars 2016, p. 3.)

Hoe dan ook, nog wat sleutelwoorden die dit fenomenale verhaal zonder eind tot leven kunnen wekken,zomaar:

knoflook, de 'relais de postes', de eerste restaurants waar je à la carte kon eten zonder zomaar 'aan te schuiven', je eerste sheltertje, voor 't eerst rotsen zien, de eurotunnel, espadrilles, la RN7, de druivenpluk, de postkoets en diligence, CampingGaz, en dan plots die overgang naar huizen in natuursteen, de 2CV, het Renaultje 4, het deviezenboekje ooit, de eerste mini-jupe die je zag, luchtbedden en stretchers, Ambre Solairel, de Baedekers, de ANWB, es crèmes solaires, Saint Germain-des-Prés, les Guides Joanne, de eerste souvenirs, de wijn, de Michelingidsen, de Franse markten en marktjes, de files, de bistro's, de Guides Bleues, wie kwam erop de eerste ansichtkaarten, de krekels, Orangina, de bikini, de Kodak-clack en de Polaroid, de kastelen, 'les Routiers', nudisme, ClubMed, de Nederlandsche Reisvereeniging, het zand, Gauloises, de Solex, Mobylette, je tablet en je mobieltje,

Maar dan, los van al die 'human extenstions, al die namen van plaatsjes, streken en steden die zijn blijven hangen, ze zijn te talrijk om hier op te sommen, Frankrijk kent immers zo'n 36.OOO gemeenten;

De Abdij van Pontigny? Sarlat? Largentière? Prades? Bussy-Rabutin, la Place Saint-Michel, La Baule?, Carterets, le Goufre de Padirac? Menton? Saint-Florentin, en Vénizy, Saint-Hypolyte-du-Fort en Monoblet? Semur-en-Auxois. Lézignan-Corbières en Fontcouverte?

Onuitputtelijk ... .

'De Franse verleiding'™ opende op 18 september 2016 haar deur en traceert voor de bezoeker de historische hernnering en de hedendaagse emoties, met haar mythes, dromen en nostalgie ook, en voor het eerste seizoen met een stevige Nederlandse knipoog, zelfs Tom Mander's Dorus passeert de revue.

2, Place de la Révolution, 11700 Fontcouverte (Aude)

Tel.: 04.68436016 ou 06.49936049

'la séduction française' / 'deFranse verleiding' heeft nu financiële middelen nodig om het komende 'echte' seizoen te halen en in de toekomst meer middelen èn meer ruimte en zal een beroep proberen te doen op Franse overheden, op beheerders van historische monumenten die op zoek zijn naar een verrijkend culturele invulling, maar ook gemeenten, departementen en regio op zoek naar mogelijkheden hun cultureel-toeristische aanbod en aantrekkingskracht te vergroten en ook private ondernemers om mee te denken en mee te handelen voor een verdere ontwikkeling.

't Huidige museumpje traceert een rijke verleden en wil uiteindelijk een rijk geschakeerd zicht bieden op Frankrijk, a window on France', en dan niet als een onbeschoft-dwingend Windows 10. Ook wil het met jaarlijks wisselende tentoonstellingen thema's uitwerken en neerzetten. De mogelijke théma's zijn voor de komende 30 jaar al ingevuld. Schier onuitputtelijk zijn de invalshoeken voor evenementiele deelexposities, van het reizen in luxe via de ontwikkeling van reisonderdak tot hotel of de ontwikkeling van de telegraaf vanaf Napoleon, jawel Napoleon.
Onvermijdelijk dat de geschiedenis van Frankrijk en passant de revue passeren, maar aan de verbazingwekkend langzame ontwikkeling van de Draissiene tot volwaardige fiets zal meer aandacht besteed worden dan aan de Zonnekoning.

Liefst begin volgend jaar nog wil 'de Franse verleiding' zelf toepassen, waar ze in de semi-permanente opstelling aan tipt: het digitale tijdperk. Wat zou het fraai zijn als ze de middelen had om een bezoek speels interactief te maken, een multimedia rondleiding aan te kunnen bieden, waarmmee 'de geheimen' van al die documenten meer ontsloten kunnen worden. Want er is door de eeuwen heen wat af-geobserveerd, Nederlanders over Fransen en andersom.

Zo'n 150 jaar geleden verscheen er een dikke pil, 'Les étrangers à Paris' genaamd, 'De buitenalnder in Parijs'. Het aan de Hollanders gewijde hoofdstuk begon met een intrigerende observatie en werd gelaardeerd door een vragen oproepende gravure:

"Als er één volk is waarvan
de nationale trots* als spreekwoordelijk zou
moeten gelden, dan is het wel dit volk. (-) Vaderlandsliefde
is een mooie zaak, maar men moet niet overdrijven; overdrijving
verblindt en geeft noodlottige ** uitkomsten."

* l'orgeuil = trots, hoogmoed;
** fâcheux = 1. noodlottig, ongelukkig, spijtig, jammer; 2. lastig, hinderlijk, pijnlijk.

Reisgidsen zijn interessant, omdat ze ons - vaak onbedoeld - een spiegel over het 'ons eigene'. Reisimpressies zijn wat dat betreft nog rijker. Zo vertroude de Nederlandse literator en essayst Frans Erens aan het begin van de vorige eeuw de volgende mijmering aan het papier toe:

“In Frankrijk blijven de huizen langer in een-zelfden toestand dan bij ons en zelden wordt er tot afbraak zonder reden overgegaan. Hoe komt dat? Wij, Nederlanders, hebben de reputatie van kalm te zijn en de Franschman heet wispelturig, maar laten wij ons niets wijs maken. Wij zijn de onrustigen, de wispelturigen, die altijd aan het prutsen en het veranderen zijn. Daardoor zitten wij in een ongezellig kaal land. Wij laten niets met rust. Wij laten de dingen om ons heen niet bezinken. Wij willen geen mos op de muren en veroordelen den muur om het mos.
De eeuwige zucht tot veranderen, die bij ons woedt, berooft het leven van alle innigheid. Men laat het wezen der dingen niet om ons heen groeien tot eenige vastheid.”

Uit: Frans Erens, Parijsche Heugenissen, in: Vervlogen Jaren, 1938.

Of 'de tijd' bevragend:

“Parijs maakt op een jongen en ook op een jonge vrouw of man diepen indruk. Deze indruk blijft ook in latere jaren nog nawerken en wordt door herinnering verlevendigd. Die eerste impressies van de jonge jaren, men krijgt ze later niet meer. Maar ook voor hem, die Parijs op lateren leeftijd voor het eerst betreedt, gebeurt er iets ongewoons in zijn leven. Er wordt iets vervuld van zijn meest onbewusten levenswensch, er gaat voor den mensch van rijpen leeftijd een licht op, een licht waarin hij de droomgestalten van zijn leven tot meer tastbare vastere vormen ziet verwerkelijkt. Want die stad heeft onze moderne cultuur geschapen en de bewegingen van het leven in de meeste landen zijn een reflex van die, welke in Frankrijks hoofdstad een aanvang namen.

(-)

Is dat nu alles veranderd op het oogenblik? Heeft de laatste groote oorlog, zonder juist Parijs te doen zinken in belangrijkheid, niet andere naties in hunne steden doen rijzen, zoodat het toorenhooge uitsteken boven het overige deel van de wereld weinig meer te merken zou zijn? Ik weet het niet. Wat er nu in wording is, is nog niet recht duidelijk, maar in ieder geval kan men zeggen van Parijs tot op heden, dat het was universeel, terwijl London, Rome, Berlijn waren, wat men zou kunnen noemen: speciaal. Dat wil zeggen: men nam aan, dat wanneer er iets uit Parijs komt, er een algemeene invloed zal zijn, dat het zal worden nagevolgd, dat er eene idée-mère is ontstaan. Uit Parijs kan alles voortkomen, alle soort van menschentypen en alle soort van menschelijk werk. De heilige, de meest mystiek aangelegde mensch kan in Parijs worden geboren en er leven, zijn natuur volgen evenals de grootste misdadigers, de meest van het pad der gerechtigheid afgedwaalde en zijn sinistere daden kan uitvoeren. Het is de stad van den man der wetenschap, de stad der kunstenaars even goed als die van den gewonen filister. Het is de stad der groote eenzaamheid en de stad van het gezellige leven. Wat bergen die facades achter hunne vensters en muren?

(-)

Parijs heeft aan de wereld zijn stempel gegeven, zooals vroeger Rome en daarvoor Athene. Tot nog toe is er geen andere stad verrezen die aan de hoofdstad van Frankrijk die rol heeft ontnomen. Zou op het oogenblik haar alom indringende kracht hebben uitgewerkt? Er zal wel een tijd moeten komen, waarop dat zal plaats hebben. In ieder geval is de decadentie nog niet zichtbaar, maar de juiste waarnemer, hij die op den uitkijk staat in den wisselende stroom der geschiedenis meent lichte veranderingen te bespeuren. Zijn het niet de Franschen zelf, en met name de nationalisten onder hen, die de provinciesteden willen in de hoogte brengen en dat natuurlijk ten koste van Parijs? En veilig kan men zeggen, zonder juist een groot ziener te worden genoemd, dat ook deze metropolis eenmaal het lot zal deelen van hare voorgangsters, van Babylon, Athene en Rome.

Frans Erens, Herinneringen aan Parijs (1919), uit: Frans Erens, Vertelling en mijmering, J.J. Romen en Zonen, Roermond, 1922.

Kijk, dat is dus nodig: een interactieve multimedia-tour, en dat kan binnen het huidige kleine kader, en op termijn in een ruimere behuizing, met veel meer expositiezaaltjes, met wat kleine projectieruimten, een boutique, een museumcafé/restaurant, een garderobe, presentatieruimtes voor Franse reisbestemmingen, een kantoortje, een bibliotheek- en leeszaaltje, een museumdépôt, een kantoortje, een klein auditorium, een onderhoudsruimte, toiletten .... .

Het museumpje, ce 'musée condensé', is nu ondergebracht 'le fournil', de eeuwenoude ovenplek van de oude dorpsbakkerij, die het 'romanesque' pleintje mede karakteriseert, maar voor haar potentieel en ambitie tè klein.

DE FRANSE VERLEIDING
KLEIN MUSEUM OVER DE GESCHIEDENIS VAN HET REIZEN EN HET TOERISME IN FRANKRIJK

wil worden

DE FRANSE VERLEIDING
MUSEUM OVER HET REIZEN EN HET TOERISME IN FRANKRIJK

Dus er wordt voorzichtig gezocht.

Wat en waar?

In Fontcouverte zelf? In de oude, leegstaande 'cave cooperative'?

Of in het nabijgelegen Lézignan-Corbières? In de vroegere bioscoop 'Idéal'? Ook vacant.

Of in het prachtige Narbonne? In het magnifiek oude Hôtel La Dorade? Begane grond en de kelders schreeuwen om een bestemming. In 1805 logeerde er de waarschijnlijk eerste Nederlandse toerist in de Zuidfranse Midi, Adriaan van der Willigen, de eerste Nederlandse kunsthistoricus bovendien. 't Woord 'toerist' bestond toen nog niet. Wordt het La Dorade? 44, rue Jean Jaurès, recht tegenover het 'Office du Tourisme' van Narbonne. 500.000 komen er jaarlijks ... en ze hebben allemaal al hun auto ergens geparkeerd ... . Narbonne, oud 'verkeers'knooppunt van de Romeinse Via Domitia richting Spanje en de Via Aquitania richting Bordeaux .... .

Où alors? Paris encore?

OPROEP / 'OPENBARE INSCHRIJVING'

gericht aan een CULTUREEL ONDERNEMER, een TOERISTISCH ONDERNEMER,
een CROWDFUNDING-specialist die, zonder dat ik eerst aan 'mobfunding' moet doen, aan de slag wil gaan,
ofwel voor SUBSIDIES, ofwel SPONSORING mèt of zonder tegenprestatie, GIFTEN, MECENAAT, of - zoals handen aan het bed - HANDEN AAN HET MUSEUMPJE ....

Voor Frankrijkliefhebbers en andere Francofielen met enige kennis van de Franse taal liggen de meeste gegevens voor een ondernemingsplan klaar, met een lijst van sterke (95%) en zwakke (5%) punten, en een rentabiliteitsplan, voor de serieus geinteresseerden vertrouwelijk raadpleegbaar.

Toch wat cijfers op voorhand?

Marché :
Population Aude (370 000) et alentours – l’Hérault ! – (130 000) = 500 000 ;
vacanciers français (2 000 000) et étrangers (1 000 000) dans l’Aude et alentours (i.e. 1 000 000 et 5OO 000)

Total: 5 000 000 (3 500 000 français et 1 500 000 étrangers, dont 4 000 000 13+ ans).

En 2008 42 ,7% des vacanciers français dans l’Aude pratiquait des activités culturelles (visites des villes, musées, monuments, sites remarquables) contre 32,1% au plan national. Le nombre de visiteurs de la Cité de Carcassonne (2 000 000 !) a un effet de distorsions ce chiffre de 42,7%.

Plus significatif sont les chiffres concernant la fréquentation des points d’information, des sites, des monuments et des musées :

la Cité de Carcassonne = appr. 2 000 000 visiteurs (à 30 minutes en voiture)
demandeurs rens. OdT Narbonne = appr. 300 000 visiteurs (à 40 minutes en voiture)
>>>>> visiteurs = appr. 500.000 visiteurs

Château Cité de Carcassonne = 538 115 visiteurs
Réserve Africaine de Sigean = 278 913
Abbaye de Fontfroide = 113 884
Espace Balnéo Ludique - Gruissan = 111 573
Château de Peyrepertuse = 81 408
Gouffre Géant de Cabrespine = 75 188
Château de Quéribus = 65 274
Petit Train de la Cité de Carcassonne = 60 788
Musée de l’Ecole – Carcassonne = 52 012
Château de Lastours = 46 975
Abbaye de Lagrasse = 45 755
Musée des Dinosaures – Espéraza = 32 528
Horreum – Narbonne = 24 896
Donjon – Narbonne = 18 005
Musée d’Art – Narbonne = 18 005
Musée Archéologique – Narbonne = 17 535
Le Moulin à Papier – Brousses = 13 648
Terra Vinéa – Le Portel = 13 926
Salle du Trésor – Narbonne = 13 657
Musée Amphoralis – Sallèles d’Aude = 10 767
Musée M.Braibant – Montolieu = 10 498
Musée Lapidaire – Narbonne = 8 437
Musée 1900 – Lagrasse = 6 500
Musée 'la séduction française' - Fontcouverte = ?A BCD

Projet (2019) d’un parc d’attraction médiéval sur 200 hectares agricoles
entre Douzens et Capendu, à 15 minutes de Fontcouverte. Un complexe hôtelier,
un village médiéval, 12 attractions, 6 animations en cinéma 4D, un aquaparc
couvert, voire un golf. Objet: 3 000 000 visiteurs apr an.

De benamingen in verscheidenen talen van 'la séduction française' zijn gedeponeerd, evenals de internetextensies.

Voor FRANSE plaatjes KLIK naar de Franse 'projet'-pagina!!

----------------

Er is ontzettend veel geschreven over het fenomeen reizen, vrije tijd en toerisme, alle talen. Voor dit moment volsta ik met een overzicht van goeddeels Franse studies op dat terrein gewijd aan .... Frankrijk:

Van Marc Boyer bijvoorbeeld:

Le tourisme, 1972, [1re éd.], Paris, Le Seuil.
L’invention du tourisme, 1996, Gallimard-Découvertes.
Le tourisme de l’an 2000, 1999, Lyon, PUL.
Histoire de l’invention du tourisme dans le Sud-Est de la France XVIe-XIXe, 2000, La Tour d’Aigues, L’Aube.
L'art d'être touriste. 2001, Paris: Fayard.
L’hiver dans le Midi, 2002, La Tour d’Aigues, L’Aube. ; rééd. 2010, L'Harmattan.
Vade-mecum - Le tourisme en France, 2003, Caen, Éditions Management et société
Le Thermalisme dans le Grand Sud-Est de la France, 2005, Grenoble, Presses universitaires de Grenoble.
Histoire générale du tourisme du XVIe au XXIe siècle, 2005, L'Harmattan.
Le tourisme de masse, 2007, L'Harmattan.
La Maison de campagne XVIIIe-XXIe siècle. Une histoire culturelle de la résidence de villégiature. 2007, Paris: Autrement.
Les villégiatures du XVIe au XXIe siècle. Panorama du tourisme sédentaire. 2008, Caen: EMS (Éditions Management et Société).
Les Savoyards et le Tourisme depuis l’Annexion, 2009, Montmélian: La Fontaine de Siloé (introduit et présenté par).
Ailleurs. Histoire et Sociologie du Tourisme. 2011, Paris: L'Harmattan.

En daar is Daniel Roche:

(Sous la direction de) La Ville promise. Mobilité et accueil 0 Paris (fin XVIIe - début XIXe siècle, Paris, Fayard, 2000.
Humeurs vagabondes : de la circulation des hommes et de l'utilité des voyages, Paris, Fayard, 2003.
La Culture équestre de l'Occident, XVIie?-?XIXe siècle, L'ombre du cheval : Tome 1, Le cheval moteur, Essai sur l'utilité équestre, vol. 1, Fayard, 2008.
Histoire de la culture équestre, xvie?-?xixe siècle, L'ombre du cheval : Tome 2, La gloire et la puissance, vol. 2, Fayard, 2011.

Van Alain Corbin:

Le Territoire du vide. L’Occident et le désir du rivage, 1750-1840, Flammarion, coll. « Champs », Paris, 1990 (ook in het Nederlands verschenen onder de titel 'Het verlangen naar de kust'.).
L’Avènement des loisirs (1850-1960), avec la collaboration de Julia Csergo, Jean-Claude Farcy, Roy Porter, André Rauch, Jean-Claude Richez, Léon Strauss, Anne-Marie Thiesse, Gabriella Turnaturi et Georges Vigarello, Flammarion, coll. « Champs », Paris, 2001.

Van André Rauch:

Le souci du corps : histoire de l’hygiène en éducation physique, Paris, Presses universitaires de France, 1983.
Vacances et pratiques corporelles : la naissance des morales du dépaysement, Paris, Presses universitaires de France, 1988.
Les vacances en France de 1830 à nos jours, Paris, Hachette Littérature, coll. Pluriel, 2001.

Van Marc Augé:

L'Impossible Voyage. Le tourisme et ses images, Editions Payot & Rivages, Paris, 1997.
Éloge de la bicyclette, Payot & Rivages, 2008.
Pour une anthropologie de la mobilité, Paris, Payot & Rivages, 2009.
La Vie en double. Voyage, ethnologie, écriture, Paris, Payot & Rivages, 2011.

Jean-Didier Urbain:

Paradis verts : désirs de campagne et passions résidentielles, éditions Payot, 2002 (revue et augmentée, 2008).
La France des temps libres et des vacances, éditions de l'Aube, Datar, 2002.
Les vacances, éditions Le Cavalier bleu, 2002.
Sur la plage : mœurs et coutumes balnéaires aux XIXe et XXe siècles, éditions Payot, 2002.
L'idiot du voyage : histoires de touristes, éditions Payot, 2002.
Secrets de voyages : menteurs, imposteurs et autres voyageurs impossibles, éditions Payot, 2003.
L'envie du monde, éditions Bréal, 2011.
Au Soleil. Naissance de la Méditerranée estivale, Payot, 2014.

Van Paul Gerbod:

Voyages au pays des mangeurs de grenouilles. La France vue parles Britanniques du XVIIIe siècle à nos jours, Albin Michel, 1991.
Voyager en Europe (Du Moyen Age au IIIe millénaire, l'Harmattan, 2002.

En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik noem nog:

Le voyage en France. Du maître de poste au chef de gare, 1740 - 1914, Musée nationaal de la Voiture et du Tourisme, Compiègne, 1997.

Patrick Marchand, Le Maître de Poste et le messager. Les transport publics en France au temps des cheveaux, 1700 - 1850, Belin, 2006.

Catherine Bertho Lavier, La Roue et le Stylo. Comment nous sommes devenus touristes, Editions Odile Jacob, 1999.

Gilbert Salachas, Le Paris d'Hollywood. Sur un air de réalité, Caisse Nationale des Monuments Historiques et des Sites, 1994.

Geoffroy Atkinson's 'Les Relations De Voyages De XVIIe Siècle et L'Evolution Des Idees, Contribution à l'étude de la formation de l'esprit du XVIIIe siècle', Paris, E. Champion, publié en 1924 et une étude, publié cette année:

Christophe Leribault, Les Anglais à Paris au 19e siècle, Paris Musées, 1994.

René Maurice, Des Américains à Paris, de Benjamin Franklin à Ernest Hemingway, Editions de Sextant, 2004.

Tony Allan, Americans in Paris. An Illustrated Account of the Twenties and the Thirties, 1977.

Howard C. Rice, Jr., Thomas Jefferson's Paris, 1976.

Mary McAuliffe, When Paris Sizzled. The 1920s Paris of Hemingway, Chanel, Cocteau, Cole Porter, Josephine Baker, and TheirFriends, 2016.

Shari Benstock, Women oftheLeft Bank. Paris, 1900 - 1940, 1986.

Harvey Levenstein, Seductive Journey. American Touristsin France from Jefferson to the Jazz Age, 1998.

Linda Aimone et Carlo Cumo, Les Expositions Universelles, 1951 -1900, 1990.

Paris et ses expositions universelles, architectures, 1855 - 1937, Editions du Patrimoine - Centre des Monuments Nationaux, 2008.

Vincent Bastien, Pierre-Louis Dubourdeau, Maxime Leclère, La marque France, Presses des Mines, 2011.

Rachid Amirou, Imaginaire du tourisme culturel, 2000 et L'Imaginaire touristique, 2012.

Francis Jauréguiberry et Jocelyn Lachance, Le voyageur hypermoderne, partir dans un monde connecté, 2016.

Saskia Cousin et BertrandRéau, Sociologie du tourisme, 2016.

Dennisson Nash and Jafar Jafan, Anthropology of Tourism, 1996 + Beginnings Of An Anthropology of Tourism: A Study in Intellectual History, 2005.

Eric G. Leed, The Mind of the Traveller / From Gilgamesh to Global Tourism, 1991.

Lucas Reijnders, Reislust. Op weg naar het paradijs en andere bestemmingen, 2000.

Orvar Löfgren, On Holiday. A History of Vacationing, 1999.

John Ury, The Tourist Gaze, 2002.

Ian Littlewood, Sultry Climates. Travel & Sex, 2001.

----------------

Voor nadere informatie:

'la séduction française'.
ou simplement
gerrit.verhoeve@gmail.com


Retour vers 'la couverture' de 'la séduction française'.

ou

retour vers 'l'ouverture' de 'la séduction française'.