'de Franse Verleiding' |
Nederlanders op reis naar het zuiden |
Ongetwijfeld zaten er tussen de bagage van de Parijs-gangers een paar gidsjes van Jan Brusse. Direct na de Tweede Wereldoorlog had hij zich als journalist in Parijs gevestigd. Met talloze persartikelen, gesproken radiobrieven, verhalenbundels en gidsjes zou hij beeldbepalend worden voor Parijs en Frankrijk. Zijn eerste gidsje voor Parijs stamt uit 1949. Hierboven de tweede druk uit 1950, dat aldus begon: "Hoe komt het toch dat het woord Parijs alleen al in heel de beschaafde wereld zo'n magische aantrekkingskracht weet uit te oefenen? Hoe komt het dat een bezoek aan Parijs het ideaal is van millioenen mensen in dozijnen landen. Hoe is het mogelijk, dat de grootste ramp, die ontelbare mensen in Amsterdam en in Budapest, in Londen en in Oslo in de oorlog, die nu achter ons ligt, had kunnen overkomen, de vernietiging of zelfs de beschadiging van hun geliefde Parijs zou zijn geweest. Waarom kan iemand die eenmaal in Parijs geweest is de sfeer van die grote stad aan de Seine nooit meer vergeten. "J'ai deux amours, c'est Paris et mon pays," zingt Josephine Baker en dat is misschien het beste antwoord dat men op al deze vragen kan geven."
Hieronder de eerste van vele verhalenbundels, 'stemmingsbeelden' zoals hij het omschreef: 'Paris vous parle - Flanerend door het Parijse leven' uit 1950.
Populair was een tijdje ook 'Lutetia en de vreemdeling - wandelingen door Parijs' van J. Tersteeg. De eerste druk verscheen in 1938. Hierboven de omslag van de derde druk uit 1952. De schrijver begon zijn boekje aldus: "Haast u: naar Parijs moet ge gaan wanneer ge nog jong en ontvankelijk zijt ...., opdat ge er oud de l iefde voor bewaart. De eerste maal moet ge in de lente zijn; ge zult het er dan niet altijd gemakkelijk hebben, maar dit zal er u voor uw leven aan binden. Een heimwee dat u niet meer met rust laat trekt u er dan telkens weer naar toe."
Programmaboekje van het Casino de Paris en de show 'Gay Paris - La revue libertine.
|
11 t/m 20 April 1952 Eerste Kon./Shell uitwisselingsvacantie Nederland - Frankrijk
'de Franse verleiding' beschikt ook over een vakantiealbum uit 1952 van Mej. J. H. W. van Lommel, een collage van gekochte en zelfgemaakte foto's, toegangsbewijzen en bonnetjes, met ingevoegd een gestencild reisverslag van de busreis naar Parijs, opgemaakt door ene Olga Kurtz van de Shell-personeelsafdeling. Hieronder enkele fragmenten en foto's.
"Goede Vrijdag, 11 april. Om vier des morgens rinkelt de wekker en ondanks de mislukte pogingen om de avond te voren vroeg te gaan slapen, vlot opgestaan.(-) Het reisgezelschap vindt haar onderkomen in het clubhuis van de 'Stade Shell' in Rueuil, een voorstadje van Parijs. De volgende dagen nemen ze telkens het lokaal treintje naar het Gare St. Lazare. De eerste dag bezichtigen ze de Madeleine, bewonderen de Place de la Concorde, de Dome des Invalides, wandelen 's avonds op de Butte de Montmartre en maken de volgende ochtend kennis met het Franse ontbijt:
"De strijd met het Franse waterbrood, door ons palen genoemd, aangebonden. Iedereen klaagt over vermoeidheid in de kaakspieren, die hier wel onbarmhartig aan het werk worden gezet. Gezonnen op middelen om deze verwende spieren te sparen en een geode oplossing gevonden. De grote koffiekoppen, welke in Holland gemakkelijk voor soepkoppen zouden kunnen worden gebruikt, lenen zich prachtig voor soppen. De Fransman sopt altijd, dus mij van toen af zeer Frans gedragen en geen last meer met het brood gehad." Die dag werd het Louvre bezichtigd, het Ile de la Cité, de Conciergerie en de Notre-Dame. De volgende dag wordt het Ile St. Louis verkend, de Place de la Bastille, en het Musée Grévin:"Des avonds 'en club' naar Montparnasse gegaan en in een dansgelegenheid ons uurtje vermaakt. Het is warm en de limonade, die geschonken wordt, erbarmelijk slecht. Maar het orkestje is goed en onvermoeibaar.(-) Vermoeid in bed gestapt en bij het zoet gekweel van de nachtegalen in slaap gevallen."
"Dinsdag, 15 april. Vandaag de eerste werkdag dat wij vrij zijn, dus is de vacantie eerst recht begonnen.
"Woensdag, 16 april. Het Quartier Latin ingetrokken, de bekende studentenwijk in Parijs, waar jongelui van allerlei ras studeren. (-) Met een clubje van 7 die avond naar het Casino de Paris en zonder veel moeite plaats gekregen. De show is elegant, fijntjes, prachtig van aankleding en af en toe Frans ondeugend. Als echte provinciaaltjes volop genoten van al deze luchtige, vluchtige en sierlijke tafreeltjes. (-) Zeer voldaan naar huis gegaan met het gevoel dat we nu ook eens iets van de 'grote wereld" hebben gezien." De volgende ochtend wordt de opslagplaats van de Franse Shell bezichtigd en 's middags nemen ze een kijkje bij de Hallen en slenteren ze door de Marais. "Des avonds in klein gezelschap naar Montparnasse om iets gewaar te worden van de existentialisten, die hier hun cafétjes en dansgelegenheden hebben. (-) Met moeite een plaatsje gevonden bij het zeer drukke café 'Flore' aan de Boulevard de Montparnasse, waar een zeer internationaal publiek zit. De lucht is wat bedekt, de temperatuur aan de frisse kant, er wordt druk geflaneerd, maar van die wonderlijke existentialisten is niets te bekennen."
Vrijdag worden het paleis en de tuinen van Versailles bezocht; 's avonds gaan sommigen naar de opera, anderen naar Pigalle met "het lichte en vrolijke leven". Zaterdag is het alweer de laatste dag in Parijs:
"Zondag, 20 april. (-) De vacantie is voorbij, tien heerlijke dagen met het mooiste weer dat men zich denken kan en met een gezelschap, dat is samengegroeid tot een knusse familie. (-) Gezellig snort de bus heen. (-) Ter weerszijden van de weg golft en glooit het bouwland tot aan de horizon toe als een stemmig kleed in groen van het opkomende koren, paarsbruin van de omgeploegde aarde en hier en daar warmgeel van de koolzaadvelden, terwijl bloeiende vruchtbomen als ingetogen bruiden de afscheiding vormen tussen land en weg. (-) Het landschap wordt al vlakker, we komen dichter bij Holland en daar is dan de Belgische grens. Papieren worden opgehaald en etrwijl deze op het douanekantoor nagekeken worden, komt een ambtenaar in de bus controleren of de invoerrechten ontdoken worden. Hier en daar een greep in een tas, een blik in de netten en langs de bagage, en dan gaat de gevreesde man heen, met een paar sigaretten en hartelijk nagewuifd door de opgeluchte gemeente. (-) Vreemd is het in mijn stille kamer. Ben ik werkelijk in die over de gehele wereld bekende stad Parijs geweest als lid van een vrolijk Shell-gezin? Het lijkt een schone droom, maar de souvenirs uit Parijs liggen daar verspreid over stoelen en tafel om te vertellen dat het heus waar is. Of ik nog eens zo op reis zou willen gaan? Dol en dolgraag!!!!!!" |
|