Coll.: 'dFv'.
"Über die Grenze, er ist über die Grenze!", riep mijn grootmoeder altijd als mijn vader voor zijn werk weer eens in Duitsland zat.
Opa en oma gingen zelf ook wel eens voor een weekje naar Duitsland, naar de Eifel, zoals eeuwenlang een reisje naar Kleef hèt exotische uitstapje
was voor rijke patriciërs. Ik was als jochie ook wel eens 'über die Grenze' geweest, 't moet Bremen geweest zijn en ik herinner me nog steeds als in 3D-beelden
vlaktes bedekt met
puin, vol puin. Ik had wel vol ongeloof 't vermoeden dat 't huizenblokken geweest moesten zijn, woonwijken zelfs, maar kon er met mijn pet niet bij. Wist ik veel: bombarderen?
De reisjes van Pap naar Duitsland waren voor mij spannend: pap smokkelde, voor mij. Voor mij smokkelde hij Märklin-treintjes, electrische wissels,
ook van Märklin, alles van Märklin, de Rolls-Royce onder de treintjes en rails. Fleischman, Trix ook, dat was voor minderbedeelden. Pap deed dat heel stiekem, sluw
ook en eigenlijk
heldhaftig. Hij hing dan voor de grens nonchalent zijn colbertje aan het haakje boven de deur, stopte de kostbare Märklin-waar in de mouw en drukte dan de manchet met zijn
schouder strak tegen de stoelleuning. "Niets aan de hand, Herr Zollbehörde." Slagboom omhoog en 'éh voilà', mijn Märklin was 'binnen'.
Binnen en buiten. 't Heeft er lange tijd veel van weg gehad dat grenzen binnen West-Europa vervaagden, zogenaamd 'weggevallen' waren en nu, nu is het weer een
heikel onderwerp geworden, alsof je tussen duim en wijsvinger een vies-druipende dweil uit een gore emmer omhoog haalt. Über die Grenze, la frontière, 't waren nog lange tijd
'des moment forts' op reis. Achterin de auto hoorde we de waarschuwende woorden van Pap: "Koppen dicht, de grens!" en we probeerden ons dieper in de achterbank te
drukken. Meestal moesten we wel in een rij wachten en een paspoort vond ik machtig interessant. Die van Mamma kreeg ik nooit in handen. Waarom dat was,
daar kwam ik pas veel later achter. Strijk en zet liepen douanebambten spiedend rond de auto en je mocht van mazzel spreken als de achterbak niet open hoefde. Doorrijden,
wegrijden beleefde ik als een opluchting en ik keek soms door de ovale achterruit van onze Volkswagen Kever achterom, met opwinding:
"Zouden ze er toch één te grazen nemen?"
Met Pap en Mam was het Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Italië, maar eenmaal bij zinnen en 'vrij' werd het Frankrijk. Mijn opa en oma waren, toen ik zo'n jaar
of veertien was, in hun DS, jawel, een DS mèt leren bekleding, naar de Rivièra geweest. Tot zo rond 2000, de tijd van Villa Felderhof, heette de Côte d'Azur in
Nederland steevast 'de Rivièra', met de nadruk op dè, als of 't iets was dat niet stuk kon. Als beton, maar dan anders. Toen nog. Nee,
alleen maar bloemen, zon, ijsjes en strand met het blauwe water van de Middellandse Zee.
Teruggekomen kon mijn grootvader er maar niet over uit: "Wàt een land, wàt een land!" Met De Gaulle op de televisie en
de verhaaltjes van Jan Brusse moèst ik er het mijne van weten; En waarachtig, toen ik 18 was zette mijn ondernemende vader me op het vliegtuig naar Parijs,
voor een logeerpartij van drie weken bij een
zakenrelatie. En ik was verkocht. Voorgoed.
Coll.: 'dFv'.
En zo zat ik er het volgende jaar weer, met schoolreis, en met de door mij bijelkaar gemanipuleerde reisbestemming: Parijs! En hoe ik het voor elkaar heb
gekregen is opgegaan in nevel, maar ik moet 'zijn' Parijse adres hebben weten te achterhalen. Waarschijnlijk ben ik van Bilthoven naar het hoofdpostkantoor in Utrecht gefiets.
Op de grotere postkantoren lagen in die tijd nog hoge stapels buitenlandse telefoonboeken. En zo moet ik het Parijse adres van mijn held Jan Brusse achterhaald hebben.
en hem een brief geschreven hebben om hem te vragen maar alsjeblieft langs te komen in onze jeugdherberg. En de goejert kwam! Waar het gesprek over is gegaan, als sla je me dood.
Wel weet ik nog dat Jan Brusse en mijn leraar Frans Theo Gieling in het Spartaanse eetzaaltje van de jeugdherberg tijdens hun onderonsjes met genoegen en lust
veel wijn achteroversloegen, althans in mijn ogen, een 'arroseren' dus. En ik weet nog dat Brusse aan Theo -, op de Werkplaats sprak je als 'werker' de 'medewerker'
met zijn voornaam aan - vroeg wie 't nou was die hem had weten te strikken? Theo knikte vervolgens
met een bedenkelijke blik in mijn richting en ik ervoer dat als kroon op mijn werk.
Coll.: 'dFv'.
Nog lange tijd daarna bleef de grens een realiteit. Nederland - België had nog z'n grenswisselkantoren, waar je soms, los van die grote, bruinachtige Franse
bankbiljetteen en wat muntgeld - in België stopte je immers niet als het even mee zat - andere platte zaken kreeg, gratis dan. 't Boekje 'Alle Fransen dragen een alpino' van
Philip Freriks bijvoorbeeld, een soort gecomprimeerde handleiding hoe Fransen te begrijpen en met hen om te gaan. En later, toen 'hogerhand' meende dat
'spanningen' tussen Nederlanders en Fransen opliepen, een ruim en ruimhartig bedoeld
uitklapvel over het 'hoe en wat' van de Fransen en dat we begrip voor ze moesten hebben. Maar gecontroleerd werd er. Je paspoort, je kentekenbewijs, je groene kaart
voor de autoverzekering, je grijze Internationale Rijbewijs ook, dat je in een volstrekt Kafka-iaanse ritueel bij, geloof ik, de ANWB 'bekwam' en ik was
net te jong voor het Deviezenboekje of nee, dat heb ik geloof ik ook nog meegemaakt: valuta in en valuta uit, wat de mini-en maxi- en dan weer mini- was toegestaan.
Een 'droit de
passage' voor België, een 'recht van overpad', ontbrak er nog maar aan. En dan had je ook nog dat gele mapje 'de Internationale Reis- en Kredietbrief',
ook voor je door de ANWB geritseld. Voor het geval je motorblok ontplofte of zoiets. Plus natuurlijk de kascheques van de Postcheque- en Girodienst,
later kortstondig de Postbank voordat 't werd opgeslokt door de ING, en toen de grirobetaalkaarten om cash op te nemen bij 'la Poste', ik geloof tot een maximum van 700 Franse franken en
daar kwam je een heel eind mee. Anderen 'deden het' met Eurocheques. Maar de jurisdictie, de controle op dat geldelijke gehannes was inmiddels met een ruimhartig gebaar
ook voor de gewone man door de respectiefelijke overheden overboord gekieperd ... .
De Belgisch-Franse grens was immer een belevenis, spannend als vlak voor het moment dat het toneeldoek zou zich eindelijk zou openen. Eerste scène! De Franse douaniers,
tja, die stelden nog wat voor bij die Nederlandse ambtenaren en die Belgische sullen met afgezakte broeken en scheefgeknoopte bovenjasjes. De Franse douanier
vertegenwoordigde
meer dan een ambtelijke plichtpleging onder een slappe platte casquette, pet. Nee, met hun hoogopstaande, bebiesde ze képo gaven ze je het gevoel niet zo zeer
een voetveeg te zijn, maar een te scrutineren potentieel bevoorrechte, alsof ze je het brevet 'bevoorrechte' af gaven.
Hoe dan ook, over de grens kwam ik altijd 'thuis'. Frankrijk. Ik voelde me er immer geborgen. In haar - in mijn ogen van toen - onmetelijke en gevarieerde ruimte.
In dat gevoel van 'geborgenheid', van 'permanentie' ook, ligt mijns inziens ook de verklaring voor de vloedgolf van Nederlandse lieve Frankrijk-boekjes vanaf circa 2000.
In het, althans materieel 'open' (mentaal is het eerder gesloten) Nederland vond men in Frankrijk nog de emotionele en fysieke geborgenheid die in Nederland al stevig aan
het verdampen was.
Coll.: 'dFv'.
En toen, met Schengen, de inburgering van de credit card en 'tenslotte' de euro ook, verdween veel van dat spannende als smeltende sneeuw in de zon.
Letten op het toegestane gewicht aan tabak? Ik was aan de Gauloises Caporal en bij
de volgende stop gewoon weer in te slaan. Niet
meer demonstratief die landkaart op het dashbord, de sigaret uit, radio zachter of liever uit, een innemende
glimlach ook. 't Is allemaal weg! Of het moeten die Stealth-achtige brigades zijn die je toch nog wat tientallen kilometers op scherp doen zitten. Maar zonder
te huichelen zou ik niet weten wat mij aangerekend had kunnen worden, behalve mijn gedachten, en mijn levenspatroon een beetje. Toen was dat nog nauwelijks
achterhaalbaar en, zoals nu, stante pede op te roepen, ter plekke. Bij de grens. Op de grens.
Open grenzen? Geen binnen meer? Geen buiten? Vergeet het maar, net zo goed als (im)migranten reizigers zouden zijn zonder bagage. Vergeet het maar, die welwillende
naïviteit.
Coll.: 'dFv'.
'Open', 't is wel een begrip zo toepasselijk voor de ruimte die je beleeft als je, vanuit
het Noorden komend, Frankrijk 'inglijdt'. Paul Scheffer vraagt zich ruiterlijk af hoeveel begrenzing een beschaving nodig heeft. 't Zijn heikele vragen plots, net zo goed als
de vraag naar nationale, regionale of zelfs maar communale identiteit. En toch, ook al dringt de buitenwereld door al m'n poriën naar binnen, ik wil me nog steeds geborgen
voelen in Frankrijk, 'binnen', zoals vroeger, maar in tegenstelling tot 'eens' blijk ik dat gevoel, nu ik er over nadenk, mentaal en emotioneel te moeten
bevechten ... . Ook in Frankrijk is dat moeilijker geworden. De opstandige vrijdenker-filosoof Voltaire (1694 - 1778) schreef een verhaal over ene Candide (1759),
wiens mentor Pangloss hem voorhield 'in de beste denkbare van de werelden' te leven. Edoch, en eenmaal op reis gegaan tuimelt Candide van de ene rampspoed in de
andere;Zn begeleider Pangloss echter volhardt in zijn credo. Candide spreekt vervolgens als laatste woorden: "il faut cultiver son jardin",
"je dient je tuin te onderhouden". Onderhouden? 'Cultiveren' klinkt voller, 't is in dat woord niet
een kwestie van onderhouden en terugsnoeien. Nee,daarvoor was Voltaire te veel onverbetelijk optimist. 'Cultiver' vat ik op als 'perfectioneren, verfijnen.
Over dat slot is dus veel te doen geweest. Volgens de één
spreekt er een zich van de bozebuitenwereld afkerende berusting uit, volgens anderen een 'harken met de harken die je hebt, en mesten, nieuwe loten eventueel
terugsnoeien'. Ik hou het op het laatste.
In Voltaire's tijd, van religieus fanatisme en intolerantie doordrenkt, was er geen ontkomen aan. In de onze ook niet. Doorharken dus,
onverbeterlijk vertrouwend op
en stug werken aan betere tijden, een betere wereld. Doorharken.
't Klinkt waarachtig kinderachtig, maar in mijn jonge jaren had ik zo vaak in Frankrijk dat jochiegevoel van 'hutje bouwen' en avontuurlijk 'slootje springen'.
't Is er nog, dat gevoelen, dat beleven, maar ik moet er nu naar harken.
Komt dat omdat ik ouder geworden ben, Frankrijk veranderd is of omdat de hele wereld en haar ogenschijnlijk ongebreidelde krachten constant op je af komt?
Doorharken.
Coll.: 'dFv'.
En hoe je een land, Frankrijk in dit geval, ook binnenste buiten hebt gekeerd, denk je aanmatigend, hoe lang je er al komt, hoe lang je er
zelfs al woont: ergens lopen die grenzen nog steeds en, los van 'politieke' en 'administratieve', met name culturele grenzen, van mens, stad en landschap, en dàt,
dat is de rijkdom van een landje als Nederland, van Frankrijk èn het is de rijkdom van Europa,
- waar haar 'randen' ook mogen lopen, een unieke 'identiteit van diversiteiten'
waar 'Europese richtlijnen', hoe dwingend en lachwekkend vaak ook, uiteindelijk toch het loodje tegen afleggen. 't Zou een onmogelijke opgaaf zijn, 't geografisch
centrum van Europa uit te meten. Lukt je nooit. In Frankrijk hebben ze dat wel gedaan en nog strijden twee onbeduidende dorpen om de 'toeristische' eer.
't Hart van Europa? Parijs? Berlijn? London valt, in weerwil van 'the City' af, te excentrisch, Praag, Wenen? Wonderlijk: "Brussel' - let op de aanhalingstekens -
kwam bij het aflopen van de kandidaatsteden nog geen eens bij me op. Eerder Sint-Peterburg. Sint-Petersburg, ooit een poosje Leningrad? Sint-Petersburg is toch
eigenlijk Europees ... . Of ligt 't toch daarbuiten?
In Frankrijk wil ik nog steeds binnen 'zijn', maar ik vrees
dat het een 'wanen' is geworden. Kwestie van door blijven harken. Cultiveren. Sublimeren?
Nog een klein 'cursiefje'.
Iets grappigs wat me onlangs overkwam. Grappig veelzeggend. Over die Europese diversiteit.
Maakte een Vlaming met mij een afspraak. In de voormiddag. Om 10.00 uur. Huh? Pardon? Teruggemaild met m'n virtuele vingertje. "Je moet je vergissen!
Hoe laat kom je nou precies?" 't Antwoord was ontnuchterend: "Gerrit, in Vlaanderen ìs de ochtend de voormiddag."
Halverwege Frankrijk al!
Nog net Nederlands sprekend! Kun je nagaan hoe je in Frankrijk
't spoor bijster kunt raken.
Gewoon doen alsof je neus bloedt. Met of zonder 'Europese' richtlijn.
|